Restauratie van een Nadegini viool

Restoration project Leonidas Nadegini Corolla violin

Al sinds enige tijd waren Eric-Jan en Laura op zoek naar een goede, mooie en bijzondere viool voor een schappelijke prijs. Dat zijn natuurlijk tegengestelden, dus het was al gauw duidelijk dat het een viool zou worden die wat herstelwerk vergde. Gelukkig houdt Eric Jan wel van een uitdaging. Het enige wat nog ontbrak was de juiste viool. En laatst was het dan eindelijk zo ver, een schitterende viool van een beroemde maker in een erbarmelijke toestand, precies wat we zochten! Na wat heen en weer gemail werden we het eens met de vriendelijke verkopers en waren wij (ik en Eric-Jan) de dolgelukkige eigenaren van een schitterende viool van Jean-Baptiste Leonidas Nadegini alias Corolla gemaakt in 1930 in Parijs,….. en met een bovenblad in twee stukken, om het ergste maar eerst te noemen. Eric-Jan toog direct aan het werk en ondertussen is de viool alweer bijna speelklaar. Hieronder het verslag van de restauratie.

De viool is gesigneerd aan de binnenkant en ook gestempeld. Het achterblad is uit twee delen, zoals bij de meeste violen. Niets aan de hand. Het probleem zit ‘m in het bovenblad. Dat is op verscheidene plaatsen gescheurd. De ene helft zit nog vast aan de viool, de andere ligt los. Op meer dat 5 plaatsen zitten nog andere kleinere of grotere barsten. Bovendien is het blad bijna helemaal bedekt met hars, zodat het dof is. Het deel van het bovenblad dat onder de toets zit heeft op plekken zelfs zo’n dikke laag dat het daar helemaal zwart is geworden. De restauratie begint het verder uit elkaar halen van de viool. Het bovenblad moet er helemaal af om gerepareerd te kunnen worden. Dit is eigenlijk het spannendste stuk van de restauratie. Gelukkig krijgt Eric-Jan de rest van het bovenblad heelhuids van de onderkant af. Nu kan het  eigenlijke werk beginnen. Allereerst wordt de grootste barst in het rechter stuk van het bovenblad dichtgelijmd. We gebruiken Titebond Hide Glue. Dan kan je de viool later ook weer uit elkaar halen (hopelijk de komende 50 jaar niet meer nodig).

Tijdens het nadrogen van de lijm worden opengebarsten lijmnaden in de body hersteld. De lijm moet 24 uur uitharden, anders zou een vers gelijmde naad weer open kunnen barsten tijdens het klemmen voor de reparatie van een volgende barst.

Daarna wordt het losse stuk bovenblad (in twee keer) weer aangelijmd.

Nu het bovenste deel lijmen (tussendoor zijn nog een paar losse naden in de body hersteld).

Tijdens het drogen van de lijm kan er alvast worden gepoetst aan het bovenblad. Het internet geeft geen raad over hoe je hars moet verwijderen dus er wordt heel voorzichtig wat geëxperimenteerd op een onzichtbaar plekje en in combinatie met Eric-Jan’s scheikundige kennis wordt de perfecte hars-verwijderaar, die de lak dus NIET beschadigd, gevonden. Vooral dat laatste is belangrijk, anders kom je van de regen in de drup. Het is de bedoeling dat je de oude patina (overal waar mogelijk) in ere houdt.

Het wondermiddel blijkt een verdunde ammoniak oplossing.

Daarmee krijg je de oude harsresten weg. Niet te lang poetsen, want dat loogt het uit. Je kan de lakt polijsten met een grover en daarna een fijner speciaal viool middeltje. Dat lukt natuurlijk niet in één keer. Je moet die behandeling verschillende keren herhalen. De grote kale plek op het bovenblad (waar de kinsteun hoort te zitten) wordt, ook weer in verschillende stappen, bijgewerkt en opgevuld met een speciale oliebasis lak. Lak op alcohol basis zou de oude laklaag oplossen/beschadigen. En dat wil je natuurlijk absoluut niet. De overgang van laklaag naar laklaag kan je helemaal wegwerken met veel geduld en na verschillende keren polijsten.

De hars zit zelfs op de zijkanten. Die kan je nog niet polijsten, er zou polijstmiddel op de lijmkant kunnen komen. De rug wordt wel al netjes gepolijst.

Waar nodig wordt rond de barst het bovenblad bijgekleurd. Eerst met potlood, later met officiële viool bijkleurverf. Sommige diepe beschadigingen kan je bijkleuren door ze gewoon te “vullen” met de speciale lak op olie basis.

Er staat ook een lelijke kras bij de brug. Die wordt ook bijgewerkt.

De mooie sierbinding wordt waar hij beschadigd is met potlood  ingetekend.

Nog maar een keer de beschadiging, waarschijnlijk veroorzaakt door het bespelen van het instrument zonder kinsteun, lakken.

De dichtgelijmde barsten moeten wel verstevigd worden door er aan de achterkant blokjes over te lijmen. Die blokjes mogen natuurlijk niet zo dik zijn dat ze het trillen van het bovenblad tijdens het bespelen hinderen. En ze moeten de precieze vorm van het blad volgen. Dus ze worden op maat gemaakt voor elke plek, gelijmd en na het uitharden van de lijm op een minimale dikte afgeschuurd.

Rond de f-gaten is het hout op verschillende plaatsen geheel of deels gebarsten, wellicht door het drogen van het hout.

Afschuren van de gelijmde blokjes.

Het geheel begint er nu weer uit te zien zoals een viool eruit hoort te zien. Fijn om te zien!

Nog een paar krullen op half-gescheurde zwakke plekken en blokjes op de derde barst.

Bijna af.

Naast de versterking aan de achterkant zitten twee barsten in het bovenblad (ebben krimpt bijna niet met drogen). Daar is het bovenblad iets verdund en waarna er een “plakker” op is geplakt. Ook aan de bovenkant is de rand van het blad bij de gerestaureerde barst versterkt.

Door het werken van het hout is het onderblad niet helemaal vlak meer. Om een perfecte pas te krijgen met het bovenblad maakt Eric-Jan een frame zodat de viool netjes in vorm kan worden gelijmd.

En dan is het tijd voor het finale werk. Terug lijmen van het bovenblad op de onderkant! Eerst voorzichtig klemmen met dopmoeren, en als het bovenblad goed zit op belangrijke punten bijklemmen met gewone klemmen en …. wasknijpers.

Wat is hij mooi geworden! Nu moeten alleen nog de brug, de kinnebak, het staartstuk, het paaltje en de snaren worden aangebracht. Hoe zou hij straks klinken???

AF! En wat is hij mooi en wat klink hij mooi!