Een eigen instrument bouwen…. wat een opgave!

Het instrument is bijna af, even proberen hoe hij klinkt…..

Iedere muzikant staat voor hetzelfde probleem: hoe krijg ik een mooi geluid. Als allereerste moet je natuurlijk een goed instrument hebben, en daarbij een goede versterker. Soms ben je dan nog steeds niet tevreden. Een mogelijke oplossing is het kopen van een nieuwe versterker of instrument dat beter klinkt. Er zijn natuurlijk ook muzikanten die drastischere maatregelen nemen: ze bouwen zelf een instrument! (zie: zelfbouw basgitaar)

Op je eigen instrument of over je eigen versterker spelen is natuurlijk heel leuk, maar je moet hem wel eerst bouwen. Met het juiste materiaal, het juiste gereedschap en een goed plan komt iedereen er wel.

Je hoeft natuurlijk niet op zoek te zijn naar een mooi geluid om een instrument te willen bouwen. Je kunt het ook gewoon leuk vinden om met je handen bezig te zijn. Dit was bij mij het geval, waardoor ik besloten heb een eigen viool te bouwen. Het is uiteindelijke een driola geworden, drie snaren en de nek is langer zoals bij een viola. Hieronder volgt eerst een video fragment, daaronder de foto reportage van de bouw. 

Na een uurtje oefenen hebben we met z’n allen “oh lone some mij” opgenomen. (Ik had hiervoor nog nooit viool gespeeld, dus dat mooie geluid moet nog komen…)

 

Hieronder volgt een fotoreportage van het bouwen.

Mijn zelfbouw Driola, het eindresultaat mag er zijn.

Het is handig om een voorbeeld te hebben, waarbij je kunt kijken hoe het instrument is gebouwd. Toevallig is er eind 2016 in een vochtige schuur de oude viool van Amusanto terug gevonden. Weliswaar helemaal kaal zonder brug, staartstuk, snaren en strijkstok was hij toch nog bruikbaar als voorbeeld. Je kan de foto’s groot bekijken door erop te klikken.

Als eerste werden de plankjes die later het boven en onderblad moesten worden op maat gezaagd. Ik heb de plankjes in viervoud gemaakt, omdat het dunne hout makkelijk door midden breekt.

Na het zagen van de boven en onderbladen is er een constructie gemaakt om een lange lat de juiste hoek te geven zodat, als deze in korte stukjes zou worden gezaagd, deze stukjes een rondje zouden vormen met de gewenste diameter.

Het volgende was de lat in kleine stukjes zagen van de gewenste lengte. (Natuurlijk de lengte goed aftekenen, anders gaat het fout….). Met een zelf verzonnen ‘mal’ waren de latjes makkelijk allemaal op gelijke lengte te schuren.

Uiteindelijk werd het een heel mooi rondje, maar hij was te klein. Daarnaast is een helemaal ronde achterkant toch ook weer niet zo’n mooi zicht. Zodoende heb ik er nog twee rechte latjes tussen gestopt.
Nadat de achterkant gelijmd was, heb ik hem langs de schuurmachine gehaald om alle ongelijkheden er uit te halen en de latjes op gelijke lengte te brengen.

De achterkant was klaar en het volgende was dus het schuren van het onderblad. De machineslag en andere oneffenheden moesten er uit. Om overal ongeveer gelijk te schuren is het makkelijk om het schuurpapier om een blok hout te wikkelen en vast te plakken.
Toen ook het onderblad netjes was gemaakt, werd de achterkant er op gelijmd.

Nu dat het onderblad en de achterkant klaar waren, kon ik aan de nek beginnen. Als allereerste moest er natuurlijk een mooie lange lat met de houtnerf in de goede richting worden uitgezocht, en hieraan moest de hiel worden bevestigd.

Nu de hiel aan de nek gelijmd was, moest worden gewerkt aan de zijkanten van het instrument. Aders kan je niet bepalen waar de nek op het onderblad komt. De lat die ik uitgekozen had voor de zijkanten was echter hoger dan de achterkant. Daarom moest ik hem dus eerst op maat schaven.
Nadat de zijkanten de juiste dikte hadden, heb ik ze voor de afwerking langs de schuurmachine gehaald.

Dit is het idee. De hals moet natuurlijk nog korter, maar dat komt later.

Het volgende karwei was het rond maken van de onderkant van de hals en de hiel. Met de kleine schaaf deed ik alvast wat voorwerk, zodat ik later niet zo veel met de vijl hoefde te doen.
Ook de onderkant van de hiel moest mooi vlak, en als laatste de ronding van de hiel.

Na deze hele klus kwam het bevestigen van de kop aan de hals. Hiervoor is goed gekeken naar de kop van een Taylor gitaar. Bij Taylor gitaren zit de kop namelijk tussen de hals en de toets geklemd, zodat deze niet kan afbreken.
Een nadeel van het alvast afronden van de hals is dat er geen deuken meer in mogen komen. Maar dit is een geval dat het echt niet anders kon.
Het niet-stoten probleem komt ook vaak voor bij andere onderdelen. Een groot deel van de tijd is daarom in het nadenken gaan zitten over dingen zoals: ‘Hoe lijm ik dit stevig.’ en ‘Wat is de volgorde, welk onderdeel ga ik nu maken.’.

Over welk hout voor de toets zou worden gebruikt is veel geprakezeerd. Uiteindelijk is voor het mooie rode padoek gekozen. Een klein probleem was dat de lat die we gingen gebruiken te dun was. Simpele oplossing: zaag hem in twee en lijm hem op elkaar.

Tijd om de kop en de hals verder af te werken.

Nu dat de hals zo goed als afgewerkt was, kon worden verder gewerkt aan de zijkanten. Omdat de hiel taps toeloopt naar beneden, zit er een kier tussen de zijkant en de hiel. Daar wordt dus een extra latje tussen gelijmd dat later in de juiste vorm wordt geschuurd.
Lijm het latje niet aan de verkeerde kant, dat is niet handig.

Het volgende was het lijmen en afronden van de toets. De klemconstructie van de kop tussen de hals en de toets is goed te zien.
De hals een mooie kromming geven is ook van belang. Nu moest ik wel opletten dat ik niet het bovenste latje zo ver wegschuurde dat je de lijmlijn tussen de twee latjes ging zien.

De blokjes waren ondertussen aan de zijkanten gelijmd, dus het was tijd om die in de juiste vorm te schuren. Eerst nadenken, dan doen en heel vaak controleren of ze al de juiste maat hebben.
Uiteindelijk was het heel goed gelukt, en zijn de zijkanten gelijmd, en kon het onderblad met de zijkanten en achterkant gelijk worden geschuurd. Zo, dat was weer een grote stap.

Na de zijkanten was het tijd voor het staartstuk en de kinnebak. Ook dezen zijn uit padoek gemaakt. Met de Dremel heb ik het voor elkaar gekregen om het staartstuk en de kinnebak hun goede vorm te geven. Geduld en een stevige hand waren hier zeker nodig.

Helaas, toen ik aan het bovenblad wilde beginnen, zag ik dat al de andere bladen waren gebroken. Maar geen nood, het probleem was makkelijk op te lossen door twee bladen aan elkaar te plakken, zodat deze mooi gebookmatcht waren.

Toen de lijm droog was kon ik weer verder. Eerst schuren, goed aftekenen en daarna zagen. Ik had iets te groot gezaagd, want kleiner maken kan hier altijd nog.

Na het zagen kwam een gevaarlijke klus, het gat voor het geluid er uit boren. Dit kan natuurlijk spanen veroorzaken en dan kan het bovenblad weer opnieuw worden gemaakt.

Het gat voor het geluid is niet het enige gat dat in het bovenblad moest komen. Deze moest namelijk ook nog een ‘inham’ hebben, waar de nek in kon. Ook dit was een kwestie van kapot of heel. Dit keer heb ik de ‘inham’ iets te klein gezaagd, in plaats van te groot.

Ik was bijna de kam vergeten te maken.

Omdat de snaren heel veel druk uitoefenen op het bovenblad, moeten er bracings worden gemaakt voor extra stevigheid.

Naast bracings moet er ook  een paaltje komen tussen het onder en bovenblad, precies op de plek waar de brug komt. Zo kan het blad niet in worden geduwd. De belangrijkste taak van het paaltje is echter het doorgeven van de trillingen aan het onderblad. In tegenstelling tot bij bijvoorbeeld een gitaar trilt bij een viool het onderblad namelijk ook.
Nu is het de truc om het gaatje voor het paaltje in het midden van het rondje te boren, en niet ergens aan de zijkant…. Dat werkt niet.

En nog een versteviging aan het achtereinde, waar later een gat doorheen moet worden geboord. Hier komt namelijk de plug in te zitten waar het staartstuk aan vast zit. Hierop komt dus de kracht van alle snaren te staan.

Voordat het gat kon worden geboord, moest wel de plug gemaakt worden. Het was nog een hele klus om hem rond te krijgen.

Na de plug moest de kinnebak afgemaakt worden. Er hebben heel wat uurtjes denkwerk in gezeten, want er moest een mechaniek worden verzonnen, waarmee je de kinnebak om de viool heen kon klemmen. Ook deze getapte stukjes draadeind zijn in het gat bevestigd met epoxy.

Nu dat het bovenblad en de nek bijna konden worden gelijmd moest ik dus maar eens snel een plaatje maken. Niet alleen het plaatje moest mooi zijn, het moest ook nog eens op de goede plek worden geplakt, zichtbaar als je door het gat in het bovenblad kijkt. De tekst luidt: “Driola Stradiraarius Presqua, Made in Oostgeest”

Nu dit klaar was, kon de nek bijna worden gelijmd. Eerst moest de voorkant nog mooi rond worden gemaakt. Daarna kon de nek gelijmd. Het belangrijkste hierbij was ervoor te zorgen dat de nek en de body goed waren uitgelijnd met elkaar.

Om nog een beetje versiering aan de kop te brengen, had ik besloten deze in te leggen met parelmoer. Toevallig hadden we dat vorig jaar op de rommelmarkt gekocht. Zo nauwkeurig mogelijk de letter L, de beginletter van mijn naam, uitfrezen.

Het gat voor de plug aan de achterkant is aan de beurt.

Nu dat ook de nek vast zat was het makkelijk om de plek van het rondje te bepalen. Natuurlijk moest ook de achterkant van de toets nog netjes gemaakt worden.

Nu iets heel moeilijks… het bovenblad lijmen. Zonder deuken te maken en goed evenredig de lijm te verdelen.

Hè hè, na dit moesten alleen de brug en de stemknoppen worden gemaakt. De stemknoppen heb ik op ongeveer dezelfde manier gemaakt als de plug. De bovenkant is er echter op gelijmd (ook met epoxy) met behulp van een pen en gat verbinding.
Soms heeft de stofzuiger de neiging om je kleine onderdelen op te eten.
Nu dat de brug en de stemknoppen gemaakt zijn, kunnen al deze onderdelen worden geolied met daarvoor bestemde citroenolie.

Omdat het touwtje waarmee het staartstuk vast zit deuken gaat maken in het bovenblad, had ik een houtje gemaakt om er tussen te stoppen. Deze begaf het echter halverwege het stemmen en brak door midden onder de kracht die op de snaren stond. Ik heb het dus vervangen met een dik stuk leer van een oude riem.
Ook onder de kinnebak heb ik een stukje leer gedaan, zodat deze er niet makkelijk af zou schuiven.
Onder het staartstuk, tussen het rondje aan het eind van de snaar en het staartstuk zelf, zit een ringetje om geen deuken te maken.

Het eindresultaat is heel mooi en doet het echt goed!